De orgels van de Jacobikerk

Het Garrels/Meere-orgel

Het hoofdorgel kent een rijke historie. Al in 1509 is er sprake van een orgel in de Jacobikerk. De bouwer is Gerrit Petersz. Van hem stamt de huidige hoofdwerkkas. In de daaropvolgende eeuwen werken verschillende orgelbouwers aan het instrument. In 1679 plaatst Roelof Barendsz. Duyschot een zelfstandig rugwerk. Van 1739-1741 werkt Rudolf Garrels aan het orgel. Hij levert een zelfstandig pedaal en bouwt het orgel ingrijpend om. In 1750 plaatst Johann Heinrich Hartmann Bätz een Cornet 4 sterk op het hoofdwerk, wijzigt de samenstelling van de Sexquialter en verbetert de intonatie van de Trompet . Vervolgens is het orgel tot 1801 in onderhoud bij de familie Bätz. Daarna komt het onderhoudscontract in handen van Abraham Meere.

In 1810 levert Abraham Meere een bestek voor een nieuw rugwerk met 8 registers ter vervanging van het oude. Dit bestek vindt geen goedkeuring. In 1819 maakt Meere een nieuw bestek met 15 registers. Dit bestek krijgt goedkeuring en Meere gaat aan de slag. Behalve een nieuw rugwerk plaatst hij twee nieuwe klavieren. In 1846 voert de firma Bätz een inspectie aan het orgel uit, waarna Meere nog een aantal verbeteringen doorvoert. In 1883 voert J.F. Witte te Utrecht een ingrijpende restauratie uit. In 1911 bouwt firma De Koff te Utrecht het orgel om. Enkele registers worden toegevoegd, zoals een Vox Celeste en een Gamba, tevens verdwijnen er registers van het hoofd- en rugwerk.

In 1978 voeren de Utrechtse orgelmakers Van Vulpen een grote algehele restauratie uit. Uitgangspunt van de restauratie is de reconstructie van het rugwerk naar de situatie van 1823 en de reconstructie van het hoofdwerk en het pedaal naar de situatie van 1750. In klankgeving van hoofdwerk en pedaal wordt in grote lijnen de aangetroffen situatie gehandhaafd.

In de jaren 1996-1997 volgt alsnog een klankherstel, wederom uitgevoerd door Van Vulpen. Daardoor is de klank van het orgel krachtiger en helderder geworden.

Hieronder hoort u Theo Teunissen, van 1978 tot 2005 organist van de Jacobikerk, in het ‘Pièce d’Orgue’ van Johann Sebastian Bach.

Het Hess-kabinetorgel

Sinds 2003 beschikt de Jacobikerk over een kabinetorgel. Het is gebouwd door Hendrik Hermanus Hess te Gouda. Hess (1735-1794) werd geboren als kleermakerszoon in Leeuwarden. Hij ging op zoek naar een ander ambacht en dat werd de orgelmakerij. Hij is vooral bekend geworden als bouwer van huisorgel. Boven het klavier van het kabinetorgel in de Jacobikerk staat de volgende tekst geschilderd: “H.H. Hess Me Fecit. Goudæ. 1747”. Dat jaartal is onjuist: Hess was toen nog maar 12 jaar oud en werkte als kleermakersknecht in Leeuwarden. Onderzoek met een kwartslamp heeft overigens aangetoond dat de laatste twee cijfers van het jaartal oververguld zijn. Mede gelet op de meubelstijl kunnen we ervan uitgaan dat het bouwjaar 1774 is.

In 2010/2011 heeft een grondige restauratie van het kabinetorgel plaatsgevonden in de werkplaats van de Utrechtse orgelbouwer Van Vulpen. Bij deze restauratie, die onder toezicht stond van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, is alles onder handen genomen: de kast, de windvoorziening, het klaviatuur, de windlade en het pijpwerk. In november 2011 is het orgel teruggeplaatst in de kerk.
Op zijn nieuwe plaats in de noorderzijbeuk is het orgel nog breder inzetbaar.

Manuaal (C-f3):
Prestant 8′ (discant)
Holpyp 8′ (bas/discant)
Fluyt 4′ (bas/discant)
Quintfluyt 3′ (bas)
Quintprestant 3′ (discant)
Prestant 2′ (bas/discant)
Octaaf 1′ (bas/discant)
Tremulant

Stemming: evenredig zwevend
Toonhoogte: a’ = 433 Hz
Windvoorziening: elektromotor

Hieronder kunt u luisteren naar een deel uit de Sonate in G van Georg Philipp Telemann. Gespeeld door de huidige organist van de Jacobikerk, Gerrit Christiaan de Gier, samen met Eline Toebes (cello) en Hans Wolff (fluit).

Het Van Vulpen-positief

Dit kleine orgel uit 1984 staat opgesteld in het liturgisch centrum van de kerk. Het orgel fungeert voornamelijk als begeleidingsinstrument, bijvoorbeeld bij concerten van Kamerkoor Cantiago, maar is eventueel ook als solo-instrument inzetbaar.

Manuaal (C-f3) :
Holpijp 8′ (bas/discant)
Fluit 4′ (bas/discant)
Octaaf 2′ (bas/discant)